Indonesië geschiedenis

Algemeen

Indonesië is met meer dan 260 miljoen inwoners (2016) met een landoppervlakte van 1.926.000 km² zo’n 56 keer zo groot als Nederland.

Het land bestaat uit vele duizenden eilanden en heeft honderden bevolkingsgroepen variërend in grootte van enkele duizenden tot hele grote groepen als de Javanen (65 miljoen) en de Soendanezen (40 miljoen). De voornaamste godsdienst is de islam (85%) gevolgd door het christendom (10%). De hoofdstad is Jakarta met 15 miljoen inwoners (statistiek 2008).

Het klimaat is tropisch met een duidelijke droge en natte tijd (moessonklimaat). In sommige delen van het land zoals Papua (Nieuw Guinea) is de regenval veel meer over het jaar verdeeld.
In 1945 riep Indonesië de onafhankelijkheid uit na drie en een halve eeuw Nederlandse overheersing.

Het land is rijk aan natuurlijke hulpbronnen (delfstoffen, olie, hout, vis), maar door de groeiende bevolkingsdruk zijn er plaatselijk, m.n. op Java, grote problemen met ontbossing en verstedelijking.

West Timor

In 2006 werd Agrinas Indonesië geregistreerd in Kupang op de Indonesische westelijke helft van het eiland Timor. Kupang is de hoofdstad van de provincie Nusa Tenggara Timur (Zuidoost Eilanden), waar behalve Timor de eilanden Flores en Sumba de grootste zijn. De provincie beslaat een (land)oppervlakte van 49.880 km² (iets meer dan Nederland) met een bevolking van zo’n 4 miljoen.

Het klimaat, vooral op Timor zelf en op Sumba, is onder invloed van de Australische landmassa droger dan in de rest van Indonesië en dientengevolge is er in de droge tijd op veel plaatsen sprake van watergebrek. Ook is de landbouw er minder ontwikkeld dan bijv. op het hoofdeiland Java.

Timor is lange tijd achtergesteld gebleven met betrekking tot ontwikkeling in Indonesië. De provincie Nusa Tenggara Timur staat te boek als de armste van Indonesië. Vele Timorezen leven onder het armoede niveau met een inkomen onder de US$ 200,- per jaar. Er heerst schrijnende armoede, vooral op sommige van de meer afgelegen eilanden als Sabu en Alor.

Het grootste deel van de bevolking is Christen, waarbij het eiland Flores bijna geheel Rooms Katholiek is. Op Sumba en sommige van de kleinere eilanden komt nog veel animisme voor. Bijna overal is sprake van een toename van het aantal Moslims.

Agrinas Indonesië

Agrinas Indonesië is in 2006 in Kupang (West-Timor) geregistreerd en werd vanaf de oprichting geleid door een Nederlandse projectleider met een viertal lokale medewerkers. Vanaf de oprichting heeft Agrinas Indonesië een lokaal bestuur gehad. Agrinas Indonesië richtte zich op de arme en minder ontwikkelde bevolking in de provincie NTT door hen te ondersteunen op het gebied van kleine kredieten en het opzetten van kleine zakelijke ondernemingen, o.a. op het gebied van landbouw en visserij.

Gedurende het eerste jaar (2007) richtte het programma zich op de bouw van kleine vissersboten en training van vissers. De doelgroep bestond uit een paar jonge kansarme ervaren Timorese vissers, met een groep jong volwassen wezen en vluchtelingen uit Oost Timor. Het kantoor was gevestigd aan de rand van Kupang dicht bij de zee, waar ook de deelnemers aan de botenbouwopleiding gehuisvest werden. De botenbouwactiviteiten vonden plaats in een ruimte achter het huis en de boten konden van daaruit te water worden gelaten.

Het doel was dat het visserijproject zichzelf zou kunnen vermenigvuldigen in andere delen van het land, om zo elders ook kansarmen een bestaansmogelijkheid te kunnen geven. Behalve in de visserijsector wilde Agrinas Indonesië zich richten op landbouwontwikkeling voor kleine boeren en andere facetten van plattelandsontwikkeling zoals verbetering van drinkwater.

Botenbouw en visserijproject

Visserij biedt op Timor enorme mogelijkheden vanwege de grote rijkdom aan vis. Jammer genoeg is de visserijsector bijna geheel in handen van mensen van buitenaf (die er vaak milieu-schadelijke vistechnieken op na houden). Dit betreft vooral mensen van Zuid-Sulawesi, maar ook vissen er de laatste jaren steeds meer grote schepen uit Java en ook uit Thailand en de Filippijnen. Veel van de gevangen vis verdwijnt rechtstreeks naar Java of via grote transportschepen naar het buitenland. De nationale overheid wil hier paal en perk aan stellen en ondersteunt initiatieven op het gebied van kwaliteitsverbetering en het opzetten van lokale verwerkingsindustrie om zo de rijkdommen van de zee bij de plaatselijke bevolking terecht te laten komen.

Momenteel heeft de gemiddelde Timorees geen kans om binnen de visserijsector zijn levensonderhoud op te bouwen. Sommigen hebben een klein bootje waarmee ze echter niet ver op zee kunnen gaan. Boten worden doorgaans van hout gemaakt en mede omdat het klimaat droog en de vegetatie arm is, staan alle goede houtsoorten op het punt te verdwijnen. Om deze reden gebruikt men zacht hout, wat de duurzaamheid van de boten op zee alleen maar verkort. Zeilboten van polyester vormen een goede oplossing, terwijl de combinatie van motor- en zeilvermogen een grote kostenbesparing in brandstof met zich meebrengt.

De eerste fase van het project richtte zich op kansarme Timorese vissers (en jong volwassen wezen en vluchtelingen) die werden voorzien van kennis en materiaal om kleinschalige duurzame visvangst te ontwikkelen d.m.v. een polyester botenbouw programma verweven met een capaciteitsopbouw programma. In de periode 2007 tot 2008 werden drie grote (8-9 meter) polyester zeilboten gebouwd en een 15-tal kleinere boten van 3-4 meter.

 

Op het gebied van kwaliteitsverbetering (en dus prijsverbetering) van de vis zijn er grote mogelijkheden d.m.v. bewustwording en training. Met polyester boten is ijsopslag op zee beter te regelen dan met houten boten. Daarom werd ook een begin gemaakt met het geven van onderwijs over verbeterde vistechnieken en kwaliteitsverbetering van de gevangen vis, wat de verkoopprijs kan verhogen tot 3 maal de gangbare prijs.

De aandachtspunten voor visserij op de langere termijn waren:

  • (Polyester) botenbouw
  • Verbetering vistechnieken
  • Coöperatiewezen
  • Kwaliteitsverbetering vis
  • Lokale visverwerking en koelopslag
  • Vergroting afzetmarkt

Het lag in de bedoeling dat na de eerste fase het project zou doorgaan opdat mensen zichzelf uiteindelijk zelf zouden kunnen helpen. Hiertoe zou onderwijs worden geboden van extra vakken worden zoals:

  • Visverwerking
  • Marketing
  • Export
  • Business management

Er lagen contacten met de visserijsector van Urk, van waaruit ondersteuning op deze gebieden gegeven kon worden. Ook lag het in de bedoeling om de mogelijkheden van verbetering van koelopslag faciliteiten voor Kupang te verbeteren in samenwerking met de lokale visserijsector van de overheid of privé-sector.

Afgestudeerde studenten werd de mogelijkheid geboden om op krediet een boot aan te schaffen om hen te helpen om zelfstandig verder te kunnen. Een aantal van de gebouwde boten werd gebruikt worden voor verdere training, zeilervaring en visserij.

Dit project werd gezamenlijk gefinancierd door Cedar Fund (hongkong) en EO Metterdaad. Het moest in 2009 jammer genoeg gesloten worden voordat de doelstellingen werden gehaald.